Wervelkolom

De wervelkolom bestaat uit op elkaar staande wervels.

  • In de nek zijn er zeven wervels;
  • vervolgens zijn er twaalf borstwervels;
  • vijf lendenwervels;
  • onder de vijfde lendenwervel bevindt zich het heiligbeen;
  • en daaronder het staartbeen.

De wervelkolom is geen strakke, rechte kolom (zie afbeelding).

Er zijn twee holle krommingen, namelijk in de nek en in de lendenen en één bolle kromming ter hoogte van de borst- wervels.

Die S vorm van de wervelkolom is nodig, zodat we schokken kunnen opvangen tijdens het bewegen.

De wervel

Een wervel ziet er, van voor naar achteren bekeken, als volgt uit:

  • het wervellichaam;
  • een opening waardoor het ruggenmerg (zenuwbaan) loopt;
  • twee dwarsuitsteeksels;
  • en één doornuitsteeksel.

De doornuitsteeksels zijn te voelen als een ketting van knobbels op de middellijn van de rug.
Ten slotte beschikt elke wervel over vier gewrichtjes.

  • Twee ervan scharnieren met de bovenliggende wervel;
  • en de andere twee scharnieren met de onderliggende wervel.

Men noemt deze vier gewrichtjes de 'facetgewrichten'.

Tot zover de benige structuur van de wervels

De wervelkolom bestaat uit meer dan alleen maar wervels.

  • Tussen de wervellichamen onderling bevindt zich telkens een tussenwervelschijf of discus. Deze schijven hebben een dubbele functie. Enerzijds fungeren ze als een soort schokdemper om te vermijden dat de wervels die benig en dus hard zijn, rechtstreeks met elkaar in aanraking komen anderzijds maken ze, samen met de facetgewrichten, de beweeglijkheid van de wervelkolom mogelijk.
  • De wervelkolom wordt extra verstevigd door sterke banden.

De wervelkolom zorgt voor stevigheid en structuur in de rug en beschermt tevens het ruggenmerg. Het ruggenmerg bestaat uit gevoelig materiaal namelijk zenuwweefsel en is in feite niets anders dan het verlengde van de hersenen. Op de vorige röntgen foto zie je heel goed hoe bovenin de hersenstam overgaat in het ruggenmerg.

Het spreekt vanzelf dat de het ruggenmerg goed beschermd moet worden. Daarom beschermt de schedel de hersenen en de wervelkolom het ruggenmerg.

De wervelkolom vormt als het ware een benig huls rondom het ruggenmerg.

 

Uit het ruggenmerg ontspringen zenuwen. Ze verlaten telkens het ruggenmerg tussen twee wervels. En de zenuwen zorgen voor aansturing van de huid en de spieren.

  • De zenuwen voor de bovenste ledematen ontspringen ter hoogte van de nekwervels.
    Vandaar dat een nekletsel ook pijn in de armen kan veroorzaken.
  • De zenuwen voor de benen ontspringen uit het ruggenmerg ter hoogte van de lendenen.
    Een letsel ter hoogte van de lendenwervels kan pijn in de rug of benen veroorzaken.
    Een typisch voorbeeld hiervan is ischias waarbij de pijn in het been wordt gevoeld, maar waar de eigenlijke oorzaak in de rug zit.

De rugspieren zitten vast op de schedel en aan de wervelkolom.
Het zijn krachtige spieren die de verschillende wervels verbinden. Door de spieren kunnen we de wervelkolom in alle richtingen bewegen.

Ligamenten zijn bindweefselvezels die de gewrichten bijeen houden.
Bekijk het als een spanband die je gebruikt om een vracht bij elkaar te houden. Zonder deze banden zouden onze gewrichten niet kunnen functioneren omdat ze ongecontroleerd over elkaar zouden bewegen. Zij hebben een ondersteunende functie.

Lage rugpijn

Waardoor ontstaat rugpijn?

Het hele palet van wervels, discussen, facetgewrichten, spieren en banden maakt van de wervelkolom een stevige structuur. Dat er toch zeer veel mensen lijden rugklachten heeft te maken met een aantal factoren.

Ten eerste is de menselijke rug nog niet volledig aangepast aan het rechtop lopen!

En tweede belangrijke oorzaak van lage rugpijn is gelegen in het feit dat het ruggenmerg dicht bij de kwetsbare achterkant van de wervelkolom zit.

De meest voorkomende oorzaken van rugproblemen zijn:

  • er kan iets fout gaan met een discus;
  • met het facetgewricht;
  • of met de rugspieren.

De menselijke rug is nog niet volledig aangepast aan het recht op lopen!

De evolutie van viervoeter naar tweevoeter bracht een verzwakking van de lage rug teweeg.
Enerzijds doordat er een overbelasting van de onderrug ontstond, anderzijds doordat de ligamenten aan de achterzijde van de wervelkolom te zwak zijn om die overdruk op te vangen.
Het klinkt eigenaardig, maar onze rug heeft zich nog niet voldoende aan deze overgang aangepast.
De menselijke rug wordt heel anders belast dan de rug van een viervoeter. Het rechtop lopen brengt met zich mee dat het zwakke punt van de menselijke rug ligt ter hoogte van de lendenwervels. (L5)
De facetgewrichten maar vooral de discussen van de lage rug worden zwaar belast. De ligamenten die deze extra belasting moeten ondervangen, zijn in vergelijking met de dieren er niet sterker op geworden.
De versterkende banden rondom de wervelkolom zijn gericht op het verstevigen van een horizontale rug (dieren) en niet van een verticale rug (mensen)..
Deze steun gevende banden zijn, zowel bij mens als bij dier, het sterkst aan de buikzijde en het zwakst aan de rugzijde.
Voor dieren is dit een logische situatie: hun horizontale rug vraagt om sterke banden aan de voorzijde van de wervelkolom. De ligamenten aan de rugzijde zijn minder belangrijk.
Bij het rechtop lopen verandert deze situatie.
De druk op de discussen wordt ineens veel groter doordat het lichaamsgewicht en alle bovenliggende wervels er nu op rusten. Maar jammer genoeg zijn de ligamenten aan de rugzijde zwak gebleven. Een ‘zwakke rug' is er het gevolg van.

De tweede belangrijke oorzaak van lage rugpijn is gelegen in het feit dat het ruggenmerg dicht bij de kwetsbare achterkant van de wervelkolom zit.
Dit heeft tot gevolg dat een letsel van de wervelkolom snel zijn weerslag zal hebben op de zenuwbaan, met alle pijnlijke gevolgen van dien.

 

Discusletsels (hernia)

Letsel van een tussenwervelschijf of 'discus' vormt de belangrijkste oorzaak van rugpijn.
De discus is samengesteld uit een relatief harde buitenrand en een zachte kern. De discus wordt mooi op zijn plaats gehouden, enerzijds door de stevige ligamenten van de wervelkolom, anderzijds omdat hij vastzit aan de twee wervels waar hij tussen zit.
Een discus heeft, in tegenstelling tot een wervel, geen vaste structuur. Integendeel, hij is indrukbaar en kan vervormen.

Bij een val bijvoorbeeld, fungeert hij als schokdemper.
De schok wordt in de discussen opgevangen zodat de wervel zelf niet wordt beschadigd. Ook bij bewegingen van de rug ondergaat de discus veranderingen. Dankzij zijn buigzaamheid wordt het mogelijk de wervelkolom voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts te buigen.

In bepaalde omstandigheden raakt de discus beschadigd.
De buitenring scheurt (zie afbeelding).
Via de scheur kan nu al dan niet kernmateriaal naar buiten treden.

Men spreekt dan van een hernia.
Het woord hernia betekent dat een bepaalde structuur haar oorspronkelijke plek verlaat en gaat uitpuilen.

Scheuren treden vooral op in het achterste deel van de discus.
Daar zitten de belangrijke zenuwstructuren, namelijk het ruggenmerg en de uittredende zenuwen. De hernia zal tegen deze zenuwstructuren aanbotsen en pijn veroorzaken.
In de afbeelding zie je 2 soorten hernia’s, de lumbago en ischias.

Er zijn twee factoren die van belang zijn bij het ontstaan van een discusscheur.

  1. Ten eerste de grootte van de druk in de discus;
  2. ten tweede de richting waarin die druk wordt uitgeoefend.

Hoe hoger de druk in de discus stijgt en hoe meer deze druk naar achteren is gericht, hoe groter de kans op het ontstaan van een hernia wordt.
De houding van de rug en de aard van de inspanningen die iemand verricht, bepalen de grootte en de richting van de druk in de discus. Discusscheuren treden steeds op in het achterste deel van de discus, dus in het deel dat naar het ruggenmerg gericht is.

Laten we eens kijken hoeveel krachten er komen te staan op de discus.

  • De staande houding nemen we als referentiepunt en geven we de indicatie 100.
  • Als je nu een klein beetje voorover buigt, dan ontstaat er al een extra achterwaartse druk van 150.
    Sommige mensen kunnen op zo’n manier reeds een discusletsel oplopen.
  • Ga je nu vanuit de voorovergebogen houding een voorwerp van de grond tillen, dan verhoogt de druk zich tot wel 220. Het risico op discusletsel is dan aanzienlijk.
  • Als je gewoon gaat zitten op een stoel, dan verhoogt de druk in de discus met 40 procent ten opzichte van de staande houding (140).
  • Hoe meer je met een bolle rug gaan zitten, hoe groter de druk wordt (185).
    Daardoor komt het dat mensen die een tijdlang in dezelfde houding gezeten hebben (een lange rit in de auto bijvoorbeeld), soms niet meer overeind kunnen komen wegens de pijn.
  • Een bijzonder zware belasting wordt gecreëerd door zittend en met een bolle rug een voorwerp van de grond te tillen. De druk in de discus stijgt tot 275!

Statistieken

Uit de statistieken blijkt dat slechts weinig mensen het geluk hebben om nooit door rugpijn te worden geplaagd.

  • 75 procent van de bevolking wordt vroeg of laat met rugpijn geconfronteerd;
  • 5 tot 10 procent van hen lijdt aan chronische rugpijn;
  • De leeftijdsgroep tussen 25 en de 55 jaar wordt het vaakst getroffen;
  • 5 procent van de bevolking krijgt met ischias te maken;
  • Beroepen met een verhoogd risico zijn vrachtwagen bestuurders, verpleegkundigen, arbeiders die zwaar werk verrichten en topsporters;
  • Het optreden van rugklachten is vooral houdings- en activiteitsgebonden.

De onderrug is net als de rest van je lichaam een ingenieuze en ingewikkelde structuur van:

  • Pezen, spieren en andere zachte weefsels;
  • Zenuwen en zenuw wortels die vanuit de onderrug lopen naar de benen en voeten;
  • Complexe gewrichten;
  • Tussenwervelschijven met hun gelatine-achtige kernen.

Een irritatie of probleem van elk van deze onderdelen kan leiden tot lage rugpijn of pijn die uitstraalt naar andere delen van het lichaam. Als je de pijn niet serieus genomen wordt, kan deze chronisch worden.

Lage rugpijn komt zeer veel voor. De symptomen en de ernst van de pijn in de onderrug kunnen echter sterk variëren. Zo kan een eenvoudige onderrug spierspanning zo’n ondraaglijke pijn veroorzaken, dat je een bezoek aan de eerste hulp van het ziekenhuis brengt.
Terwijl een degenererende tussenwervelschijf slechts milde, irriterende ongemakken kan veroorzaken.

Het identificeren van de symptomen, samen met een nauwkeurige diagnose van de onderliggende oorzaak van de pijn, is een eerste stap in het verkrijgen van effectieve pijnbestrijding.

Over het algemeen hebben 30 tot 60-jarigen meer kans op pijn van een onderrug spierspanning of vanuit de schijfruimte (denk aan een lumbale hernia of lumbale degeneratieve schijfziekte).

Symptomen

Ernstige of zeurende pijn in de onderrug na activiteit, plotselinge beweging of het tillen van een zwaar voorwerp. Deze lage rugpijn symptomen zijn een combinatie van:

  • Moeite met bewegen, ernstig genoeg om niet te kunnen wandelen of staan;
  • Pijn, die niet uitstraalt naar beneden het been, maar pijn die beweegt rond de lies, bil of bovenbeen. Zelden gaat de pijn onder de knie;
  • Pijn die neigt pijnlijk en saai te zijn;
  • Spierkrampen, die ernstig kunnen zijn;
  • Lokale pijn bij aanraking.

Behandeling

Behandeling van hernia
Wat de behandeling betreft laat men zich niet leiden door het feit of het nu gaat om een lumbago of een ischias. Hier gelden andere criteria om te bepalen welke therapie moet worden toegepast.  
Men moet een onderscheid maken tussen discusverplaatsingen waarbij  de buitenring van de discus is verplaatst zonder dat de kern uitpuilt en deze waarbij de kern wel uitpuilt.

 

Verplaatsingen van de buitenste ring
Hierbij vormen manipulaties de snelste en efficiëntste behandeling.
Een manipulatie zorgt er voor dat het verplaatste fragment terug op zijn plaats terechtkomt. Een goed uitgevoerde manipulatie brengt soms een onmiddellijke verlichting van de pijn teweeg, soms zijn meerdere manipulaties noodzakelijk.
Dankzij het toepassen van manipulaties kan de patiënt snel zijn normale activiteiten hernemen. Andere behandelingen zijn bijna altijd overbodig.

Verplaatsingen van de nucleus
Wanneer de kern van de discus uitpuilt, is dit meestal niet snel in orde te brengen met een manipulatie.
De weke massa heeft tijd nodig om op haar oorspronkelijke plaats terug te keren. Een goede behandeling bestaat uit tracties. De kinesitherapeut beschikt over apparatuur om de wervelkolom uit te rekken.
Ontstekingswerende medicatie kan de pijn helpen verzachten.
Een interessant gegeven is dat met de leeftijd de kern van de discus minder week wordt en geleidelijk aan verhardt. De kans die men loopt een ernstige lumbago of ischias te krijgen, vermindert dan ook met de leeftijd.

Oefeningen als behandeling

Als algemene regel geldt dat mensen die actief en goed getraind zijn, veel minder kans hebben op last van lage rugpijn als gevolg van spierspanning. Vooral als regelmatig oefeningen worden gedaan die de spieren rekken. De kans op spanning, scheuren of samentrekkingen worden significant minder.

Er zijn drie soorten spieren die de wervelkolom ondersteunen:

  • Extensoren (rugspieren en bilspieren)
  • Flexoren (buikspieren en iliopsoas spieren)
  • Schuine of Rotators (kant spieren)

Hoewel sommige van deze spieren worden gebruikt in het dagelijks leven, is dat meestal niet voldoende. Hierdoor krijgen krijgen ze de neiging te verzwakken naarmate je ouder wordt. Daarom worden oefeningen aanbevolen om deze spieren soepel, sterk en in vorm te houden.

Een compleet trainingsprogramma voor de (lage) rug moet bestaan ​​uit een combinatie van:

  • Rekken voor verlichting van rugpijnen;
  • Versterkende oefeningen voor de rug;
  • Low-Impact Aerobic oefeningen (denk aan stevig doorwandelen);
  • Tenslotte zal een onderhoudsprogramma zorgen voor minder spier stijfheid en letsel op de lange termijn.

Conclusies

Een belangrijke conclusie is dat we houdingen die gepaard gaan met het vormen van een bolle (ronde) rug, dienen te vermijden. Zowel bij het staan, bij het heffen als bij het zitten kunnen we de rug beter recht of hol houden.

Hoe meer we rechtop of zelfs met een wat holle rug gaan zitten, hoe kleiner de druk in de discus wordt en hoe kleiner het risico op een hernia.
ln een liggende houding, is de druk in de discussen het laagst.
Rugligging, liefst met een kussentje onder de lendenen, is de meest ontlastende houding voor de rug (25).
Zijlig verhoogt de druk iets meer (75) doch blijft nog steeds onder het peil van de staande houding.

Het al dan niet oplopen van een discusletsel is veelal een kwestie van preventie.

  • Bovenstaande informatie moet je goed bestuderen en gaan toepassen in je dagelijkse leven.
  • Let op een goede houding en het correct verrichten van inspanningen!
  • Ik merk bijvoorbeeld dat ik in de auto altijd wat onderuitgezakt achter het stuur zit. Dat is niet alleen de houding van mijn stoel, maar zeker ook mijn favoriete hang houding.
    Wanneer ik echter actief mijn buik naar voren duw of een minikussentje in mijn onderrug leg, zodat de onderrug hol wordt.
    Dan merk ik direct een spectaculaire verbetering op het gebied van de oplettendheid en concentratie. Maar bovenal wordt ik veel minder moe en heb totaal geen last van de rug!